vrijdag 30 november 2007
Schitterende biografie in een schat aan beelden over Bayreuths Gesamtkünstler Richard Wagner
Morgen, 1 december 2007, verschijnt officieel het nieuwe boek van Wagner-specialist Walter Hansen, bedoeld ter herdenking, op 13 februari aanstaande van de 125ste sterfdag van de meester van het Gesamtkunstwerk. Het plaatwerk is echter al twee weken in de boekhandel beschikbaar. Het is een grote, smaakvol uitgevoerde paperback geworden met in totaal 180 afbeeldingen, welke een biografie in een, letterlijk en tevens figuurlijk, ruime verscheidenheid vormen.
Het Duitse begrip Bildband valt bij ons niet adequaat met één woord te omschrijven. Het persbericht meldt het — zeker in deze context zeer passende — begrip van de doorgecomponeerde vorm, die een gehele kosmos biedt: toneelscenes, aanplakbiljetten, handgeschreven mededelingen, partituren en aanverwants, naast portretten van vriend en vijand, sponsors, collega's, geliefden, echtgenotes en van de plaatsen waar het leven van Richard Wagner zich gedurende bijna zeven decennia heeft afgespeeld.
Overzichtelijk geheel
Overigens zijn er naast de bijschriften ook nog korte, verhalende teksten toegevoegd, die weliswaar in principe zijn beperkt tot wezenlijke biografische informatie over deze veelzijdige, aanbeden en evenzeer verguisde kunstenaar en anti-semiet, maar die toch diens wezen als mens en als kunstenaar belichten. Binnen dit boek vindt men echter in kort bestek alles wat nodig is om een overzichtelijk beeld te krijgen van één der meest invloedrijkste componisten uit de muziek- en theatergeschiedenis — en daadoor eveneens voor de cultuurhistorie van die tijd maatgevende figuren — omstreeks de vorige eeuwwisseling.
Walter Hansen: Richard Wagner — Sein Leben in Bildern
174 pag., grote paperback; Originalausgabe
Deutscher Taschenbuch Verlag, München; december 2007
ISBN 978-3-423-34457. Prijs € 15,—.
(Deze prijs is echter alleen geldig in de Duitse Bondsrepubliek, en in Nederland bij Boekhandel Die Weisse Rose, Amsterdam).
donderdag 29 november 2007
CULTUURTEMPEL OPGESPLITST
De afgelopen week is deze site Cultuurtempel voorzien van een vijftal afsplitsingen, die ieder voor zich een eigen groot thema uit de cultuur separaat zal behandelen. Respectievelijk zijn dat Tempel der Historie over alle aspecten der geschiedenis, Tempel der Toonkunst over alle facetten van de (vooral klassieke) muziek, Tempel der Letteren over nationale en internationale fenomenen van de literatuur, die zelf als kunst geldt, Tempel der Beeldende Kunsten, over alle elementen van de plastische kunsten, en ten slotte Tempel der Wijsbegeerte, over de vele gezichten van de filosofie van de oudheid tot heden.
Voor de goede orde:
Deze Cultuurtempel blijft gewoon bestaan, en zal de meer algemene toestanden, gebeurtenissen blijven opnemen, voorzover deze niet specifiek thuishoren op één der bovengenoemde, nieuwe sites.
vrijdag 23 november 2007
Jonathan Biss opent het Piano Festival 2008 met een gevarieerd recital op 18 januari
Op 18 januari opent de jonge Amerikaanse pianist Jonathan Biss het Piano Festival 2008 — waarover later meer in deze kolommen — met in totaal vier composities voor zijn instrument. Twee sonates van Ludwig van Beethoven, één van Franz Schubert, en daartussenin van Arnold Schönberg.
In korte tijd is deze thans 26-jarige musicus erin geslaagd zich te profileren als een veelzijdig solist, voor zowel recitals alsook voor concerten met orkest. Hij heeft een breed repertoire, vanaf de Weense klassieken tot en met twintigste eeuwse grootheden als Leoš Janáček.
Reden genoeg om uit te zien naar een optreden waarin de ooit zo omstreden Schönberg met zijn Sechs kleine Klavierstücke een plaats krijgt tussen de twee reuzen Beethoven en Schubert.
(wordt vervolgd) NB: Op Tempel der Toonkunst, laatste week van december 2007.
dinsdag 20 november 2007
Twee Vermeulen-symfonieën in de nacht van woensdag op donderdag op Radio 6
Twee symfonieën van Matthijs Vermeulen staan op het programma: tussen 02:15 uur en 03:09 worden vier Nederlandse composities uitgevoerd. Voorafgegaan door de ouverture Cyrano de Bergerac opus 23 (1905) van Johan Wagenaar (1862-1941), zal de Derde Symfonie van Matthijs Vermeulen – Thrène et Péan uit 1921/22 – de ether in worden gezonden in een versie door het Residentie Orkest onder leiding van Ferdinand Leitner (1912-1996). Hier gaat het om een uitvoering die ook is te vinden in één van de twee cassettes met elk zes grammofoonplaten, die dat ensemble heeft laten verschijnen – in plaats van het gebruikelijke gedenkschrift – ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van dat muziekgezelschap dat breed uitgemeten is gevierd in 1979.
Later is een groot deel van de daarin opgenomen werken nog eens op een reeks van acht compact discs uitgebracht op het label Olympia, alle, net als de beide cassettes met langspeelplaten, getiteld Het Residentie Orkest – 400 Years of Dutch Music. Het gros van de Nederlandse werken die Radio 6 in de bovengenoemde nacht uitzendt, is afkomstig uit die reeks.
Tussen 05:00 uur en 06:00 uur staan, net als in de tussenliggende uren, ook weer drie werken van vaderlandse muziekscheppende mensen op het programma. Dat laatste uur wordt gestart met Vermeulens Vierde Symfonie, Les Victoires, gereedgekomen in 1941.
__________
NB: Zie ook ons artikel over Matthijs Vermeulen en zijn oeuvre, eveneens van heden op deze website.
__________
Foto's: 1. Componist Matthijs Vermeulen 2. Dirigent Ferdinand Leitner.
zondag 18 november 2007
Een miskende Nederlandse grootheid eindelijk veelzijdig belicht in rijk geïllustreerd boek
http://tempelderhistorie.blogspot.com/2007/11/een-miskende-nederlandse-grootheid.html
maandag 12 november 2007
Heldere historiografische analyses van Maarten van Rossem tonen verbanden in de vorige eeuw
Vandaag verschijnt bij de nog jonge, maar zeer dynamische uitgeverij Nieuw Amsterdam het nieuwste boek van de Nederlandse historicus Maarten van Rossem, met de korte en krachtige titel Drie oorlogen. Een goed gekozen tijdstip voor een boek dat als geschenk in de komende zes weken een goede en naar mijn idee dankbare taak zal kunnen vervullen, mede door de veelzijdigheid, als Van Rossems troost in duistere dagen. De auteur beschrijft in kort bestek het relatief weinige wel en het al te vele wee in de geschiedenis van Europa gedurende de twintigste eeuw. Dat nieuwe tijdperk is in Van Rossems optiek begonnen met de aanval door de terrorist Gavrilo Princip — nomen est omen — op de troonopvolger van de Donau-monarchie Franz Ferdinand en diens wederhelft.
Kettingreactie
Hoewel achteraf nooit twee onvergelijkbare grootheden ter vergelijking naast elkaar kunnen worden gelegd — een voldongen feit enerzijds tegenover de situatie zonder die gebeurtenis — is het niet zo'n vreemde gedachte dat de twintigste eeuw in ieder geval heel anders, en hoogstwaarschijnlijk minder bloedig, zou zijn verlopen als deze fatale schoten op 28 juni 1914 te Sarajevo niet zouden zijn gelost. De Eerste Wereldoorlog zou niet, en in ieder geval niet op de voorgevallen wijze, hebben plaatsgegrepen. Realiteitszin ontberende politici en op macht beluste militairen zouden ongetwijfeld minder opgefokt zijn geweest, en de drang om een defensieve strategie om te zetten in agressief optreden [1] zou zeker een andere dimensie hebben gehad, waardoor in ieder geval de vraag gerechtvaardigd is of de ontwikkelingen tussen 1914 en 1918 in een andere constellatie eveneens zo desastreus zouden zijn geweest. Waarschijnlijk niet, vooral omdat er geen, of in ieder geval veel minder vernederende, vredesvoorwaarden van Versailles zouden zijn geweest, en dat vormt aanleiding tot de aanname dat er voor die dolgedraaide en tot op het merg gedegenereerde idioot Adolf Hitler niet zo'n prominente rol zou zijn weggelegd.
Hitler
"Hoewel . . . het communisme en het nationaal-socialisme in ideologisch gedreven moordzucht niet essentieel van elkaar verschilden, is Hitler, meer dan enige communistische leider, de incarnatie van het politieke kwaad van de vorige eeuw geworden", schrijft Maarten van Rossem in het onderdeel met de titel die de naam draagt van dat niet alleen politieke, maar (mede als gevolg daarvan) menselijke, maatschappelijke en morele Kwaad. Daar valt geen speld tussen te krijgen. Ook rekent Van Rossem en passent af met enkele vastgeroeste, want affectieve, preoccupaties met betrekking tot de Autobahnen, die werkelijk geen ander doel hadden dan voor het verkeer. Ook met betrekking tot het overkoepelende concept dat de 'Entartete Anstreicher' zou hebben gehad houdt de schrijver ons nog even enige, tot een andere conclusie leidende, feitelijlkheden onder de neus. Heel veel toeval en tal van omstandigheden hebben geleid tot de positie van de Führer, niet tot de daaraan, ondanks alles en allen, ten onrechte toegeschreven kwaliteiten. Vooroordelen uit de weg ruimen is weliswaar een heidens werk, maar wie daartoe steeds opnieuw een poging waagt, verdient het dat zijn beschrijving daarvan serieus wordt genomen, en een geïnteresseerde doet zulks door te lezen, en niet alleen door de woorden en hun context door te nemen, maar ook al dat te vergaren (het aren lezen achter de maaier) wat de grote lijnen in de ontwikkeling van de twintigste eeuw voor ons overzichtelijk, en niet te vergeten, inzichtelijk maken.
Tweede Wereldoorlog
In het hoofdstuk over de Tweede Wereldoorlog begint de auteur met de explicatie dat vier verschillende deelconflicten, op nogal uiteenlopende geografische locaties, tesamen het fenomeen vormden dat eerst Europa en vervolgens de rest van de wereld tussen 1939 en 1945 — en in tal van andere vormen nog lang daarna — in de greep zou houden. Ten eerste als gevolg van de complexiteit en de 'veelzijdigheid', later als gevolg van het onvoorstelbare leed dat zijn sporen tot in de huidige generaties op vele plaatsen ter wereld heeft nagelaten en ook nog wel even blijft doorwerken.
Van Rossem is ook kritisch ten opzichte van de stelling, die van vele kanten is geopperd, dat Duitsland gedoemd was die oorlog te verliezen. Nog afgezien van allerlei kwesties van persoonlijk prestige en relatief onbereikbare doelstellingen in die gegeven situatie, is het helemaal niet zo zeker dat die stelling zoveel hout snijdt als dikwijls ook nu nog wordt aangenomen.
Ondanks de talrijke aspecten op het politieke, sociale en intermenselijke vlak — en toen nog veelvuldiger op dat van de onmenselijkheid — die opnieuw een zeer omvangrijk boek hadden kunnen opleveren, heeft Maarten van Rossem zich beperkt tot een zeventig pagina's voor deze thematiek.
Koude Oorlog
Die beide hoofdstukken over de wereldoorlgen betreffen reeds eerder verschenen analyses van de Europese geschiedenis in de eerste helft van de twintigste eeuw. Meer dan het dubbele aantal bladzijden neemt het derde grote onderdeel van zijn boek in: de Koude Oorlog, een hoofdstuk uit Van Rossems koker dat niet eerder is gepubliceerd. In de Koude Oorlog kwamen de twee, in het laatst van de oorlog tegen Hitler-Duitsland samenwerkende, grote mogendheden lijnrecht tegenover elkaar te staan, hetgeen voor menigeen duidelijk werd toen de hoge heren elkaar in Jalta hebben ontmoet. De strijd om de — desnoods zeer foute — Duitse geleerden barstte los en heeft, tot ver na de directe afsluiting van de gewapende vijandelijkheden, ook veel terechte irritatie en kritiek gegenereerd.
Dat die Koude Oorlog zoveel meer aspecten met zich meebracht, hebben tal van lezers in de loop van hun bestaan via kranten, boeken en ethermedia meebeleefd, in tegenstelling tot veel van de gebeurtenissen die in de beide eerste afdelingen van het boek worden behandeld.
Helder betoog
Maarten van Rossem heeft niet alleen een helder — en tegelijkertijd, hoop ik, voor menigeen verhelderend — boek geschreven waarin verbanden worden gelegd, welke meer duidelijk maken dan menig gecompliceerd college van boven de materie staande geleerden. Voorts heeft hij afgezien van allerlei hoogdravende taal, maar heeft hij de regels die daarvoor geleden in acht genomen, en daarmede een beter product afgeleverd dan zo menig andere extreem geleerde groot-mogol. Bovendien, en dat mag hier zeker niet onvermeld blijven, omdat het een zeer schaars geworden fenomeen is: Van Rossem weet wanneer je hun (datief) en wanneer je hen (accusatief — altijd na een voorzetsel!) dient te gebruiken. Alleen al daarom zou menig collega-scribent, journalist en, ja ook, Neerlandicus deze tekst eens moeten bestuderen. Men kan er, door alle boven aangestipte, positieve, elementen, van leren.
__________
Maarten van Rossem:
Drie oorlogen — Een kleine geschiedenis van de twintigste eeuw.
Amsterdam, november 2007; Nieuw Amsterdam Uitgevers.
320 pag., paperback. ISBN 978-90-468-0321-9; Prijs € 18,95.
__________
[1] Dit werd echter door degenen, die de strategie hadden uitgedokterd, in het geheel niet anders dan als defensief ervaren. Een vooral Duits fenomeen dat zich tot op de huidige in het denken van bepaalde politici in die 'cultuur' heeft gehandhaafd. De verregaand waanzinnige voorbereidingen die door een aldaar (mede)regerende tijdbom — de Minister van Binnenlandse Zaken, Wolfgang Schäuble, een in meer dan één opzicht ernstig beschadigd wezen — worden getroffen voor een soort Vierde Rijk met een nieuwe Gestapo — vanzelfsprekend niet met die naam, maar wel met meer macht dan welk voorafgaand instituut in die categorie, en opnieuw een eigen staat binnen de staat vormend — worden door de bedenker ook slechts ervaren als niets meer of anders dan verdedigingsstrategieën in de strijd tegen het al dan niet vermeende alom aanwezige terrorisme. Miljoenen Duitsers slikken dit conglomeraat van leugens ook nu weer als Zuckerbrot voor zichzelf en de Peitsche voor de boosdoeners. In ieder geval hebben ze, net als hun ‘dienaren’ aan de regeringstafel, op dat punt niets geleerd van de geschiedenis.
woensdag 7 november 2007
Een alternatieve 'Winterreise' op basis van de oude vertrouwde van het befaamde duo Müller/Schubert
Hoewel de officiële presentatie van een wereldprimeur, de nieuwe Winterreise-cd, in Nederland pas op zaterdag 24 november in het Bethaniënklooster te Amsterdam zal plaatshebben, is de wereldwijde verkoop van de compact disc op maandag 5 november gestart. Wat bij de eerste informatie, als je door de platenmaatschappij wordt voorgelicht over het bestaan ervan, een tamelijk gewaagde stunt schijnt ― delen uit de Liederencyclus Winterreise (opus 89, D 911 uit 1827) van Franz Schubert (1797-1828) ―, blijkt echter een weldoordacht muzikaal concept: de bijbehorende teksten en de menselijke stem zijn voor deze gelegenheid ingeruild voor een saxofoon; de pianopartij is daarentegen wel gehandhaafd.
Veelzijdige poëzie
Voordat je het tweede nummer tot het einde toe hebt beluisterd, weet je dat het experiment ― voorzover hat als zodanig mag worden gekwalificeerd ― als volkomen geslaagd moet worden beschouwd, aangezien er in deze nieuwe combinatie niet alleen een geheel eigen dynamiek is gecreëerd, maar Schuberts muzikale poëzie overeind is gebleven. Die is niet alleen gegrondvest op diens eigen muzikale genie, maar heeft de impulsen daartoe aangereikt gekregen van de tekstdichter Wilhelm Müller (1794-1827) ― net als Schubert een jonggestorven kunstenaar. De man is veelvuldig terzijde geschoven als een tweederangs dichter, maar dat zulks ten onrechte werd gedaan ― en tot op de huidige dag klakkeloos wordt nagekakeld en neergepend ―, blijkt alleen al uit de manier waarop hij veel kon zeggen zonder dat het direct voor iedereen duidelijk was. Dat hij daarmee een geheel eigen dimensie aan maatschappijkritische poëzie heeft meegegeven, is niet door elke lezer, en evenmin door elke censor, op het eerste gezicht als zodanig (h)erkend.
Eigen dynamiek
De poëzie van Schuberts compositie en de daaraan ― onverbrekelijk! ― verbonden sfeertekening van Müllers gedichten is een geïntegreerd bestanddeel in de aanpak die saxofonist Yuri Honing, in samenspraak met pianiste Nora Mulder, heeft gerealiseerd. De nostalgie van het winterlandschap, de weemoed en het verlangen dat het Herenleed der beide kunstenaars in de eerste decennia in de negentiende eeuw de mogelijkheid tot een poëtisch amalgaam heeft geboden, hebben zij tot in het uiterste weten te benutten.
Je mag, als uitvoerend musicus anno nu, dan ook niet door al te veel twijfel en onzekerheid worden overmand als je eenmaal het plan hebt opgevat om juist die mijlpaal uit de muziekgeschiedenis om te werken aan te passen, zeker niet als je daarbij als einddoel voor ogen en oren houdt dat het oorspronkelijke werk niet mag lijden, en je daarvoor zelfs meer interesse hoopt te genereren. Zo’n niet bepaald gering, of simpel te realiseren, doel vereist dat je als musicus van goeden huize komt.
Het betekent echter niet dat je als luisteraar ― bij alle waardering en eventueel juiste, gevoelsmatige benadering van hetgeen een houtblazer beweegt, niet alleen in de keuze zelf, maar tevens de plaats in te nemen van een vocalist ― alles ook kunt verklaren, en dat leidde tot de rechtstreekse vraag van deze zijde aan Yuri Honing met betrekking tot zijn keuze, 12 van de 24 onderdelen en de (hier andere) volgorde.
Nadere uitleg
”Nadat ik de hele Winterreise had bestudeerd, heb ik een keuze gemaakt op basis van expressie en tempo-variaties binnen de mogelijkheden van deze instrumentale versies. Omdat de inhoud van de teksten mij bekend is en het spirituele karakter ervan me na aan het hart ligt, heb ik deze in zijn algemeenheid gebruikt als uitgangspunt voor de interpretatie.
Maar tekst laat zich niet uitspreken op een saxofoon en dus heb ik de titels laten vervallen. De volgorde werd uiteindelijk bepaald door een muzikale spanningsboog, gebaseerd op de instrumentale expressies, zonder rekening te houden met de specifieke betekenis van de afzonderlijke werken.”
Die honderd woorden verschaffen een duidelijke explicatie, welke niet alleen in kort bestek de accenten daar legt waar ze horen, maar tevens van een zodanige kwaliteit is dat ook niet muzikaal-geschoolden de inhoud ervan kunnen begrijpen. Menig programma-toelichtende tekst in tal van concertprogramma’s zou er ook zo kunnen uitzien: zonder al te veel onnodig specialistische muziektermen.
Beperking als meesterschap
Ook hier geldt ― hetgeen in de onderhavige interpretatie van de Winterreise heel nadrukkelijk in het oor postvat ― dat de meester zich altijd weer bewijst in de beperking, en, zeker in het kader van deze muziek, zelden in aanvullingen, welke op geen enkele wijze toevoegingen zijn. Dat de verleiding daartoe altijd weer dreigt toe te slaan, is een bekend gegeven, maar die verleiding te kunnen weerstaan, is geen geringe opgave. Als je over dat vermogen blijkt te beschikken en daarbij Schubert in zijn waarde laat door met zo’n alternatief meer perspectief te bieden, dat ook nog eens voor de tot dan toe met de Winterreise onbekende luisteraar kan leiden naar de Brunnen vor dem Tore, is dat een onschatbare bijdrage aan het wezen van de muziek. Het is eveneens het bewijs voor een sterk bewustzijn en een volgroeide, hier meer dan alleen muzikale, persoonlijkheid, die het eigen fundament heeft gelegd voor een groot scala aan mogelijkheden binnen de veelzijdige vormen van schoonheid in deze muzische, en haar direct verwante vormen van, kunst.
Het resultaat
Aan de twaalf stukken uit Die Winterreise die de cd biedt, is nog een eigen interpretatie toegevoegd van Der Tod und das Mädchen ― eveneens een compositie van Schubert. En daarin weet het duo musici de onvermijdelijkheid van de naderende dood, en daarmee de volstrekte uitzichtloosheid, beklemmend gestalte te geven.
Yuri Honing heeft een reputatie opgebouwd als een der vooraanstaande jazzmusici van ons land, die tot dusver allerlei elementen van de pop- en de wereldmuziek in zijn werk heeft opgenomen. Door de gekozen Schubert-juwelen in een ietwat anders bekleed, luxe etui aan te bieden, heeft Yuri Mulder de eigen capaciteiten van integratie en interpretatie in niet geringe mate vergroot.
Dat zou echter, in dit kader, niet gekund hebben zonder het ingetogen, en de muzikale poëzie nadrukkelijk ondersteunende, spel van pianiste Nora Mulder. Haar specialisme is hedendaags gecomponeerde muziek, heet het in de toelichtende tekst. Schubert mag dan zo’n twee eeuwen geleden gecomponeerd hebben, zijn muziek is hedendaags, in ieder geval in de interpretatie van deze twee Nederlandse rasmusici.
Hoesteksten
Achterop de uitklaphoes van de cd staat, uitsluitend in het Engels, nog meer over Schuberts ‘songbook’ en de uitdaging, die dat werk bood voor een interpretatie met een sterk persoonlijke signatuur, echter zonder improvisatie. Dat de historische ‘samenwerking’ van Müller en Schubert overeind gebleven is, heeft u inmiddels wel begrepen. Maar dat in het geval van de uitvoering door Yuri Honing en Nora Mulder een nieuwe ― en hier opnieuw: alternatieve ― reeks Lieder ohne Worte is gecreëerd, wil ik ook nog wel even vermelden.
____________
Winterreise. Muziek van Franz Schubert. Yuri Honing, sopraan- en tenorsaxofoon; Nora Mulder, piano. Challenge Records for Jazz in Motion, JM 75368.
1. Pianiste Nora Mulder en saxofonist Yuri Honing.
2. De dichter Wilhelm Müller.
3. Franz Schubert, geschilderd in het jaar van de Winterreise (1827). Het is een doek van Anton Depauly (1798-1866), en men is er niet zeker van of het toch pas in de herfst van 1828 geheel gereed gekomen is.
4. Voorplat van de cd-hoes met daarin de alternatieve Winterreise van Nederlandse bodem.
vrijdag 2 november 2007
Les contes d’Hoffmann van Jacques Offenbach — elf keer in vijf weken bij de Nationale Reisopera
Op zaterdag 3 november verzorgt de Nationale Reisopera de première van een nieuwe productie van Les contes d’Hoffmann, opéra-fantastique in vijf bedrijven van Jacques Offenbach. De première wordt gegeven in de Twentse Schouwburg te Enschede; de voorstelling begint om 19.30 uur. De enscenering is van de Brit Laurence Dale, die grote internationale faam als tenor heeft verworven. Bij de Nationale Reisopera zong hij de titelrol in Monteverdi’s L’ Orfeo in een regie van Erik Vos. Sinds het jaar 2000 heeft Dale zich geprofileerd als een inventieve en creatieve opera- en operetteregisseur. Hij regisseerde bij de Reisopera eerder de bejubelde
Onder de solisten bevindt zich een aantal bekenden van dit instituut. Zowel de Zuid-Afrikaanse sopraan Sally Silver (die de drie vrouwelijke hoofdrollen Olympia, Antonia en Giulietta voor haar rekening zal nemen) als de Amerikaanse tenor Steven Tharp (met drie rollen: Frantz, Pitichinaccio en Cochenille) maakte eerder deel uit van de cast van L’Opera Seria. Bariton Franco Pomponi, die eerder
Nieuwe stemmen
In twee rollen verwelkomt de NRO de nieuwkomers Judith Gennrich (Nicklausse) en Elizabeth
Dit muziekdrama is een opéra fantastique in vijf bedrijven op tekst van Jules Barbier naar het gelijknamige toneelstuk van Jules Barbier en Michel Carré.
De première op 10 februari 1881 van Les contes d’Hoffmann heeft Jacques Offenbach (1819-1880) niet meer meegemaakt. In de nacht van 4 op 5 oktober 1880 was de 61-jarig, aan jicht lijdende, componist overleden, en bleef de partituur onvoltooid. De erfgenamen hebben Ernest Giraud, die een aantal jaren daarvoor ook Bizets Carmen had voltooid, de opdracht gegeven om de partituur geschikt te maken voor opvoering. Daarmee werd Offenbachs meest geliefde werk tegelijkertijd ook zijn meest onbekende. In een poging een dramatisch aantrekkelijke opera te scheppen, hebben de meeste muziekuitgeverijen Jacques Offenbachs oorspronkelijke ideeën niet of nauwelijks als uitgangspunt gekozen. Tegenwoordig staat de wens, om zo getrouw mogelijk de ideeën van de componist te verwezenlijken, hoog in het vaandel maar ook met de beste wil ter wereld kan niet meer precies worden nagegaan hoever Offenbach met zijn oerpartituur gekomen was.
Versie van Fritz Oeser
De Nationale Reisopera heeft voor zijn productie de versie van Fritz Oeser uit 1977 gekozen.
De partijen worden in het Frans gezongen, die voor geïnteresseerden via boventitels zijn te volgen. De duur van de voorstelling, samen met de pauzes, bedraagt drie uur.
Vocale en instrumentale uitvoerenden
Koor van de Nationale Reisopera, Orkest van het Oosten; dirigent William Lacey
Hoffmann ― Gordon Gietz (T)
Nicklausse ―
Lindorf / Coppélius / Dr. Miracle / Dapertutto ― Franco Pomponi (B)
Cochenille / Frantz / Pitichinaccio ― Steven Tharp (T)
La voix de la mère d’Antonia ― Elizabeth Sikora
Nathanaël ― Erik Slik (T)
Hermann /Schlémil ― Mattijs van de Woerd (B)
Crespel ― Jacques Does
Spalanzani ― Harry Nicoll
Elf voorstellingen in vijf weken — alle beginnen om 19:30 uur
Enschede, Twentse Schouwburg
zaterdag 3 november
Leeuwarden, De Harmonie
dinsdag 6 november
Sittard, Stadsschouwburg Sittard-Geleen
donderdag 8 november
Apeldoorn, Schouwburg Orpheus
zaterdag 10 november
Utrecht, Stadsschouwburg
dinsdag 13 november
Den Haag, Lucent Dans Theater
vrijdag 23 november
Drachten, De Lawei
dinsdag 27 november
Groningen, Stadsschouwburg — zaterdag 1 december
Rotterdam, Rotterdamse Schouwburg ― dinsdag 4 december
Eindhoven, Parktheater ― donderdag 6 december
Arnhem, Schouwburg ― zaterdag 8 december
___________
Afbeeldingen
1. Gordon Gietz (Hoffmann) temidden van de poppen in Spalanzani's winkel, repetitie van een scène uit het tweede bedrijf van Les contes d'Hoffmann van Jacques Offenbach. (Foto Hermann & Clärchen Baus).
2. Gordon Gietz (Hoffmann) en Sally Silver (Giulietta) tijdens een repetitie van een scène uit het vierde bedrijf van Les contes d'Hoffmann van Jacques Offenbach. (Foto Hermann & Clärchen Baus).
3. De componist Jacques Offenbach.
4. De Duitse dichter en schilder Ernst Theodor Amadeus Hoffmann.
5. Gordon Gietz (Hoffmann) en Sally Silver (Giulietta) tijdens een repetitie van een scène uit het vierde bedrijf van Les contes d'Hoffmann van Jacques Offenbach. (Foto Hermann & Clärchen Baus).