zaterdag 29 augustus 2009

In memoriam Henk van Ulsen (1927-2009)

De laatste halte
Toen ik na een persconferentie in verband met het Holland Festival van 1976 het Concertgebouw in Amsterdam via de artiesteningang verliet, zag ik een bekend gezicht met een enorm tempo voorbij fietsen: Henk van Ulsen, die vlakbij de Muziektempel in de Van Baerlestraat in onze hoofdstad woonde. Voordien en nadien heb ik Henk van Ulsen alleen in het theater en op het huiskamerscherm gezien. Gesproken met hem had ik nimmer, tot zondag 16 augustus jongstleden. Hij was naar Groningen gekomen voor het verrichten van een officiële handeling: de opening van een tentoonstelling met de titel Sailors Delight in Galerie MooiMan in die noordelijke metropool.
Voorafgaande aan de korte mededeling — "En hiermee verklaar ik. . . " — had Henk van Ulsen gebeurtenissen uit zijn jonge jaren gememoreerd, zoals situaties in zijn geboorteplaats Kampen, daarna in Groningen, en vervolgens heeft hij een serie gedichten van Gerard (Kornelis van het) Reve voorgedragen, echter niet het in dat kader meest passende over een tenger matroos met stoute billen.

Kort onderhoud
In het kantoor van Jan van Stralen, een der beide echtelieden die samen de herengalerij runnen, sprak ik — toen de ergste drukte voorbij was — even kort met Henk van Ulsen. Hij was zichtbaar moe in meer dan één opzicht. Hij vertelde dat hij nog altijd in hetzelfde huis woonde, maar niet meer zo hard langs de zijgevel van het Concertgebouw fietste. Hij scheen me nog iets te willen vragen, keek even voor zich uit en richtte zijn blik weer naar mij. "Veel succes verder hoor."
Toen hij weer moeizaam plaatsnam, zag ik dat hij aan het eind van zijn aardse Latijn was. Dat hij geen enkel van zijn aangekondigde plannen meer zou kunnen realiseren, maar dat het . . . pulverem reverteris [1] zo snel zou moeten aanvangen. . . . neen! Doch dat houdt ongetwijfeld verband met het feit dat wij mensen van het moment van ontwaken tot aan de seconde dat de slaap ons overmant, bezig zijn met het verdringen van de enige zekerheid die we in dit leven hebben: de komst van een wachtend bondgenoot met een starend stillen lach [2], die aan onze ontroerde ziel wil raken.
Henk van Ulsen overleed, toch nog geheel onverwachts, te Bussum, op vrijdag 28 augustus. [3] Hij werd op 8 mei 1927 te Kampen geboren. Hij speelde tal van rollen op het toneel en later voor de televisie. Onvergetelijk zijn, voor mij persoonlijk althans, zijn optreden als De Wijze Kater in het gelijknamige drama uit 1917 van Herman Heijermans (1864-1924), alsmede in het Dagboek van een gek (uit 1835) van de allergrootste van alle Russische schrijvers: Nikolaj Gogolj (1809-1852).
__________

[1] Memento homo, quia pulvis es et pulverem reverteris. — Gedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren.

[2] Uit De Dood. In: De keerende kudde (1920), van Carel Steven Adema van Scheltema (1877-1924).

[3] Filmer Menne Vellinga liet me weten dat Henk van Ulsen, na aan een kleine liesbreuk te zijn geopereerd, niet naar zijn etagewoning in Amsterdam Zuid terug is gegaan maar met een vriend naar diens huis in Bussum. Onderweg kwam de vraag aan de orde, hoe Henk van Ulsen zou willen sterven. Wie verbaast het dat hij er de voorkeur aan gaf "op het toneel" het laatste afscheid te vieren. Beiden hebben er nog hartelijk om gelachen. Even later hield het hart van de acteur op met kloppen.
____________
Afbeeldingen: De foto's zijn afkomstig van de Homepage van Henk van Ulsen op Levenlangtheater.

donderdag 27 augustus 2009

Na al te lange tijd opnieuw toneel op de beeldbuis

Maandagavond film
In de beginjaren van de Nederlandse televisie — en daarmee bedoel ik niet de experimentele fase, maar die in welke het langzaam maar zeker als een epidemisch verschijnsel zich verder zou uitbouwen en ontwikkelen: de eerste helft van de jaren zestig — kreeg men elke maandagavond de mogelijkheid een speelfilm te zien op één van de toen reeds twee netten, en deze werden met enkele zinnen ingeleid door dames, die toen nog, allang niet meer terecht als omroepster werden gekwalificeerd; ze waren immers ongeveer een decennia meer dan dat en verdienden derhalve de betiteling presentatrice, ook als je het gezicht niet kon uitstaan of de wijze van presentere al te stijfjes was. "Omroepen is mijn vak," riep Ageeth Scherphuis eens, terecht geïrriteerd, uit toen iemand daarover enigszins denigrerend deed in één of andere talk show die toen gelukkig nog niet zo werd genoemd.
Je hoopte er altijd weer het beste van — mede en vooral doordat je de meeste films niet kende, hetzij actief dan wel passief — maar er werd doorgaans zonder meer tegemoet gekomen aan de smaak van een nogal groot publiek, dus van waarachtige experimenten was toen nog geen sprake.

Donderdagavond toneel

Iets anders lag dat — althans zo af en toe — op de donderdagavond als er een toneelstuk werd gepresenteerd: van Shakespeare tot Shaw, en van Bredero tot en met Herman Heijermans; een heel enkele keer toonden de programmamakers toch wel wat meer durf en zo werd in het voorjaar van 1963 Gelukkige dagen uit 1961, een nog recent stuk van de Ierse dichter en dramaschrijver Samuel Beckett (1906-1989) opgevoerd, dat bij, in verhouding, veel toeschouwers niet overkwam. Beter gezegd: totaal onbegrip en, als gevolg daarvan, afschuw opriep. De boze reacties zijn dan ook niet uitgebleven, en het zal niemand verbazen dat er in die categorie ook toen reeds de nodige kijkers — dan wel niet-kijkers doch meelopers — bestonden welke zich uitermate verontwaardigd toonden. Weer een tijd later, toen de VPRO niet meer protestants was in christelijke zin, maar nog wel op een geheel eigen maner bleef protesteren, werden er zelfs uitwerpselen per post aan de omroep in kwestie gezonden: Aan die vuile viezerikken van de VPRO. Immers, altijd zijn anderen smerig en bieden ze een rechtvaardiging — binnen een toen vooral christelijke natie, al was dat wat met het adjectief moest worden uitgedrukt, flink aan het afkalven — voor het gekanaliseerd uiten van de eigen voosheid.

Eerherstel
De Avro — welke zich reeds enige tijd, maar vanaf deze zomer met meer nadruk graag wil profileren als omroep die de kunsten tamelijk breed de ruimte wil geven — is verleden week begonnen met een zesdelige reeks, die de niet erg prikkelende, maar wel degelijk juiste, titel Toneel op 2 meekreeg. Deze stukken zijn speciaal voor vertoning op de beeldbuis opgenomen. De tweede aflevering, die op vrijdag 28 augustus via Nederland 2 — tussen 22;40 uur en 00:30 uur — zal worden vertoond, is een muziektheatervoorstelling van Vincent van Warmerdam en Michel Sluysmans. "Losjes gebaseerd" op de roman Brazil uit 1994, van de Amerikaan John Updike (geboren in 1932 en overleden op 27 januari 2009), die bij een hele reeks critici — daarbij voorop de Duitse opperpaus der letteren Marcel Reich-Ranicki — als, zo niet de eerste en de beste schrijver der Verenigde Staten, dan toch als één uit het eerste echelon, geldt. Het is een variant op het aloude verhaal over Tristan en Isolde. Dus, laat u eens verrassen. Achteraf kunt u alsnog bepalen of het een aangename surprise is geworden, welke men voor u in petto had, maar die u zichzelf heeft gegund.
____________
Afbeeldingen
1. De Ierse dramaschrijver Samuel Beckett.
2. De Amerikaanse auteur John Updike.