zaterdag 19 januari 2008

Vooroordelen over de onderzochte mannelijkheid

Omvangrijk boekwerk
Die Mels van Driel met zijn recentelijk reeds veelvuldig in het nieuws gekomen 'penis-onderzoek', neergelegd in een dik boek [1], blijkt een man te zijn met veel gevoel voor humor die hij op een zeer ingetogen wijze weet te uiten, en verder blijkt hij te beschikken over een zeer brede kennis van zaken met betrekking tot zijn onderwerp. Nu is dat voor een — lees: elke — gespecialiseerde arts vanzelfsprekend een conditio sine qua non, maar Van Driels kennis reikt tot aan het allereerste doktersrecept ooit, in spijkerschrift, voor een middel tegen impotentie. Aan deze mededeling verbond hij de conclusie dat het verschijnsel van het mannelijk onvermogen — een onderwerp dat heel direct is verbonden aan het mannelijk geslacht — al zo oud is als de mensheid. En wie is zo vermetel om te denken dat zulks vast niet juist is? Dat moet dan haast wel een zekere maar ook wel heel onzekere man zijn. Dat het onderzoek zich zou hebben toegespitst op het lid-op-zich, had de dokter zelf ook in allerlei berichten gelezen. De pers heeft nu eenmaal de neiging om te oversimplificeren en dan komen zulke vertekende beelden in de wereld, en het is moeilijker deze adequaat te bestrijden. Nu, meer dan een eeuw na verschijning van de werken van Sigmund Freud, beweert nog steeds menigeen dat al die geschriften over seks zouden gaan. Dat zou wel eens de wens als vader van de gedachte kunnen zijn, want niets is minder waar. In dat opzicht valt het te hopen dat de affectieve preoccupatie met betrekking tot het boek van Mels van Driel niet zo'n lang leven beschoren zal zijn, tenzij zo'n sfeer bijdraagt tot kennisneming van wat de dokter nu werkelijk te zeggen heeft.

Een thema van de week op TV Noord
De presentator in de laatst uitgezonden aflevering van het vrijdagse TV Noord-programma De week bekeken, Edwin Pasveer, zat er maar met een nerveus lachje bij en insinueerde min of meer dat het thema misschien toch niet zoveel belangstelling had, en hij verwees naar allerlei in het boek voorkomende weetjes, waarmee men wel tijdens verjaardagsfeestjes zou kunnen scoren. Ook werd enkele keren geopperd dat het thema wel een hobby van de geleerde witjas zou moeten zijn. En flauw als veel presentatoren in een dergelijke context zijn, werd hem tevens gevraagd naar de huiselijke situatie van de geslachtsspecialist: had hij het er in het gezin ook steeds over? Nee hoor, de vrouw, één dochter en drie zonen vonden het allemaal de gewoonste zaak van de wereld en maakten er evenmin een thema van. Behalve één van de drie zoons, die zijn bevindingen beperkte tot de mededeling dat hij de langste van alle (mannelijke) gezinsleden zou hebben.
Met zulke en aanverwante opmerkingen wist de geïncarneerde kalmte genaamd Mels van Driel de pogingen van de presentator steeds weer op een relativerende manier te pareren. Onder meer door te wijzen op het feit dat zijn, inderdaad redelijk omvangrijke, boek vol is met verwijzingen naar kunst en literatuur, en niet in de laatste plaats naar de Gantsche Heilige Schrift — in het dagelijks spraakgebruik Bijbel genoemd — waarin het thema al evenmin een taboe blijkt te zijn. En hij citeerde direct een gedicht van Rutger Kopland. De inmiddels befaamde Ballade van de Urbatiemast zullen we echter vergeefs in dit boek zoeken.
Als alle medische specialisten in staat zouden zijn een dergelijk stuk literatuur op hun vakgebied te realiseren, is het niet ondenkbaar dat de, dikwijls ongegronde, angst voor die 'verre' autoriteit-in-witte-jas op een gezonde en aangename wijze nog wat verder zou worden gerelativeerd. Het ware te wensen.

De auteur
Het boek zelf heb ik nog niet gelezen. Mocht ik daarin nog meer tegenkomen dat voor onze lezers van belang, of simpelweg interessant kan zijn, dan komt er nog een derde artikel over dit thema in deze kolommen.
De auteur is in 1954 geboren en in het dagelijks werk als seksuoloog en uroloog verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. In 1991 is hij gepromoveerd op het onderwerp erectiele disfunctie, dat in het boek in kwestie ook aan de orde komt. Zijn bevindingen als medisch specialist weet hij zodanig in woorden te vatten dat de daaruit ontstane artikelen niet alle alleen maar geschikt zijn voor wetenschappelijke publicaties, doch dat diverse ervan tevens voor een groter publiek leesbaar zijn, en dat is een extra grote verdienste voor een wetenschapper.
____________
[1] Mels van Driel: Geheime delen — Alles wat je er altijd al over wilde weten. 504 pag., paperback, uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam. ISBN 978 90 295 6583 7; prijs € 22,50.
____________
Afbeeldingen
1. Voorplat van het boek van Mels van Driel.
2. Gezicht op het Universitair Medisch Centrum Groningen, de werkplek van Mels van Driel.

zaterdag 12 januari 2008

Meeste mannen zijn lang, breed en dik tevreden over hun penis, zo blijkt uit medisch onderzoek

Een dezer dagen te verschijnen boek, met de aan Gerard Reve geassocieerde titel Geheime delen, onthult dat de meeste mannen, en vooral mannen in en om Groningen, "dik tevreden" zijn over hun penis. Sommigen daarvan zijn heel wat mans, een enkeling geeft echter toch wat meer voorkeur aan de persoon, die aan het geslacht vastzit.
Dat is de uitkomst van een onderzoek dat uroloog Mels van Driel van het Universitair Medisch Centrum Groningen heeft gedaan, en waarvan de uitkomst te vinden is in een 500 pagina's tellend boek. Zo kan men daarin lezen dat de gemiddelde penis erectus slechts 12,5 tot 13 centimeter lang is, en tevens dat een bevredigende coïtus pas moeizaam kan worden bereikt als de lengte van het lid geringer is dan 7 centimeter. Aan het toonbeeld van mannelijk schoon, het marmeren beeld van David, meer dan vijf eeuwen geleden door Michelangelo gerealiseerd, is te zien dat een relatief kleine penis geen hindernis hoeft te zijn voor een totaalbeeld.
Andere bijzonderheid is dat de meeste vrouwen de voorkeur blijken te geven aan een dikke penis boven een lange leuter. Afgezien van die mannen, welke hun eigendunk reduceren tot de lengte van hun geslachtsdeel, zullen de meesten zich geen zorgen hoeven te maken over goed passende pantalons en meer zulks. Je kunt toch alleen maar medelijden hebben met de Amerikaanse jongen, die zich begin jaren tachtig heeft laten fotograferen voor één of (veel) meer tijdschrift(en): zijn penis was 67 centimeter lang en werd met twee linten op verschillende hoogten aan zijn éne been bevestigd. Zo'n jongen zou eigenlijk een derde broekspijp nodig gehad hebben. Wie dat eventueel ook nu nog een aantrekkelijke gedachte vindt, moest het maar melden aan een redactie die zich heeft gespecialiseerd in bijzondere uiterlijke kenmerken.
Kortom, veel van de uitkomsten zijn anders dan de aan cafétafels en in sportaccomodaties gedane beweringen ons willen doen geloven. Als die grootspraak een basis zou vinden in de dagelijkse werkelijkheid van menig niet-vegetarisch rumstaafje, zou er dan ook zo intens veel spam met betrekking tot penisvergroting de wereld rondgestuurd worden? Doch dat geloof in de almacht van die bewuste kleine man was de afgelopen decennia ook al aardig verslapt.

Afbeeldingen

1. Michelangelo: David (1504). Wit Carrara marmer. Dit beeld bevindt zich in de Galleria dell'Accademia te Florence.
2. Een derde broekspijp is hier (nog) niet nodig.
3. Penis en balzak uit één stuk van bovengemiddelde omvang, in erectie.

zondag 6 januari 2008

Der Rauch der Träume — Paul Parin en zijn vele aspecten gedurende de twintigste eeuw — èn nu

Jonge geest in oud lichaam
In de nacht van zondag 6 op maandag 7 januari toont de Frans-Duitse cultuurzender Arte tussen 00:45 uur en 01:45 uur de documentaire, die Mischa Popp en Thomas Bergmann [1] in 2007 voor het ZDF hebben gedraaid over de thans 91-jarige Paul Parin, die — na een bewogen, arbeidzaam en zeer veelzijdig leven in allerlei functies, beroepen en hoedanigheden — in zijn huis aan de Zürcher See woont als ware zijn huis een soort spelonk. Daar heeft hij zich, inmiddels bijna blind teruggetrokken met zijn dromen, zijn fantasieën en vooral zijn herinneringen, en tijdens zijn mijmeringen en overdenkingen rookt hij als een — zeker in het kader van de vele, terechte, anti-rook campagnes — ketterse schoorsteen. Kortom, de man vertoont een aanstekelijke levendigheid.

Geen biografie
De documentaire is niet bedoeld als biografie, wel als portret van een man die door zijn bijzonder opvattingen en gedragingen, zijn uitermate laterale denken en doen, en niet in de laatste plaats door zijn manier van dwarsliggen in ieder geval twee generaties jongeren nadrukkelijk heeft beïnvloed.
Paul Parin werd in 1916 geboren en is opgegroeid als zoon van een landheer. Hij studeerde medicijnen in het Oostenrijkse Graz, vervolgens in Zagreb, en vanaf 1938 in Zürich. Hij is in 1943 gepromoveerd. In de jaren 1944/45 was hij vrijwillig werkzaam als arts in het Joegoslavische partisanenleger.
Na de oorlog vestigde hij zich opnieuw in Zürich, waar hij neurologie en Freudiaanse psychoanalyse ging studeren. Vanaf 1939 leefde hij al samen met de analytica Goldy Matthèy. Samen met haar en Fritz Morgenthaler heeft hij zes onderzoeksreizen naar Afrika gemaakt, en samen hebben ze twee ethno-psychoanalytische boeken geschreven onder de zeer gedenkwaardige titels Die Weißen denken zuviel en Fürchte deinen Nächsten wie dich selbst. Daarnaast staan er zeker nog vijftig publicaties op zijn naam. Eén daarvan vond ik nu bijna een jaar geleden in een stapel afgeschreven bij een antiquariaat, en zo kreeg ik het, in vrijwel ingeschonden staat, voor de somma van vijftig cent: Untrügliche Zeichen von Veränderung — Jahre in Slowenien. Het is het eerste prozaboek dat Paul Parin, in 1980, heeft gepubliceerd na zoveel wetenschappelijke teksten.

Menselijk document
Zoals gezegd: die film is geen documentaire, maar schetst een beeld van Parins huidige leven dat nog altijd vol vuur en avontuur is en waarover hij graag vertelt. Legendarisch zijn de vroegere eetpartijen, de discussies met vrienden en vriendinnen. De documentairemakers hebben geen monument voor Paul Parin willen oprichten, maar een beeld schetsen van en lang en vervuld leven, waarin het Prinzip Hoffnung een doorslaggevende rol heeft gespeeld. Paul Parin is een zeer gedenkwaardige figuur die niet alleen decennia lang indrukwekkend is geweest door zijn werk in de diverse aspecten, maar ook vandaag de dag nog groot respect afdwingt.
De film wordt herhaald in de nacht van zaterdag 12 op zondag 13 januari tussen 05:00 uur en 06:00 uur.
__________
[1] Mischa Popp en Thomas Bergmann werken al zo'n twintig jaar samen en hebben in die periode tal van documentaires gedraaid, waarvoor ze met diverse prijzen zijn onderscheiden.
___________
Afbeeldingen
1. Paul Parin (Foto: Jörg Jeshel / ZDF).
2. Paul Parin een drie decennia geleden.
3. Voorzijde van het stofomslag van Parins eerste prozawerk (1980).

woensdag 2 januari 2008

Volle asbakken, lege flessen — Profiel van de schrijfster Karin Spaink op Nederland 2

Veelzijdig activiste
Bij het lezen van de naam Karin Spaink — schrijfster en onder meer columniste van het dagblad Het Parool — in de omroepgids van mijn keuze, kreeg ik het beeld van een zeer aantrekkelijke, jonge vrouw in het zwart gekleed, tijdens een uitzending van Sonja Barend, nu alweer een kwart eeuw geleden. De schrijfster had net een boek samengesteld over pornografie, dat naar de mening van de uitgever veel te omvangrijk werd, maar dat toch op de markt is gekomen. Zelf vond ik niet al te lang gelden een ongebruikt exemplaar voor de somma van vijftig cent.
Niet alleen het feit dat Karin Spaink schrijfster is, deed mij besluiten om te kijken naar haar Profiel in de uitzending met die titel, van de omroep HUMAN op woensdag 2 januari via Nederland 2. Gelukkig wordt deze film herhaald, op donderdag 3 januari, 's middags tussen 14:05 uur en 14:40 uur. Het is een documentaire van Cees Overgaauw.

Korte film-impressie
Aan het woord komen fotograaf Bert Nienhuis, die onder meer uitlegt waarom de schrijfster op een zwart/wit-afdruknog zoveel mooier, interessanter en aantrekkelijker is dan in kleuren. Ook haar vriendin en enkele anderen leggen één en ander uit over de schrijfster, het strijdbare wezen en de zieke mens Karin Spaink, die ondanks allerlei kwalen en bijkomend ongemak, een doorzetter is gebleken en gebleven. De camera volgt haar in de trein, onderweg naar een lezing, voordracht of televisie-optreden.
Karin Spaink komt eveneens in de eigen dagelijkse omgeving aan het woord over het werken — schrijven dus — thuis, en dan vertelt ze onder meer dat ze bij tijd en wijle heel fanatiek doorgaat en om zes uur in de ochtend vaststelt dat de flessen leeg zijn, de asbak daarentegen propvol is. Zinloze stukken schrijven wil ze niet, dat zou zonde zijn van de voor het papier gekapte bomen. Pas als ze in een bijdrage iets van zichzelf kan leggen dat een ander niet doet of niet heeft gedaan, ratelt ze erop los.
In december 2007 is Karin Spaink vijftig jaar geworden. Aangezien ze niet voor rust in de wieg is gelegd, zal ze nog wel een tijdje doorgaan met het verkondigen van meningen, over onder meer het steeds meer beknotten van burgerrechten door overheden. Strijdbaar is ze, en het valt te hopen dat ze dat nog lang zal mogen blijven.

Borstkanker
Ook krijgen we een flits te zien uit het televisieprogramma De leugen regeert, waarin ze Trouw-columnist Sylvain Ephimenco van repliek dient in verband met de door hem geuite bezwaren over een foto in het tijdschrift Opzij, waarop het bovenlichaam van Karin Spaink is te zien na een operatie in verband met borstkanker. [1] Ephimenco zegt daarmee niet te willen worden geconfronteerd. Tal van lezers willen niet met Ephimenco of andere columinsten worden geconfronteerd, en dus moeten ze zijn stukken dan maar gewoon niet lezen. Hoewel ook dat een vorm van weglopen voor de werkelijkheid is, kan men er begrip voor opbrengen omdat niemand alles kan 'verwerken'. Het was van Karin Spaink misschien niet alleen de bedoeling met die foto te informeren en aan tal van andere vrouwen met dezelfde problematiek wel enige ondersteuning te bieden, maar ook om de confrontatie aan te gaan met, vooral, mannen, die deze kwestie(s) zelf nimmer aan den lijven zulle (kunnen) ondervinden.
Relativeren is niet bepaald de sterkste kant van de man Sylvain Ephimenco, al moet gezegd dat een columnist de vrijheid van de (hof) nar dient te behouden, en in menig geval hakt het er aardig in wat hij te zeggen heeft, dus moest hij dezelfde ruimte maar aan een collega van de andere, en in dit concrete geval, betere kunne gunnen. Aangezien het niet gaat over dolgedraaide politici, criminelen die ons in het dagelijkse bestaan bedreigen of aanverwants, valt er uiteindelijk niets gemakkelijker dan het overslaan van dergelijke publicaties? [2]
_____________
[1] De foto in kwestie, van Victor Bergen-Henegouwen, in Opzij, is te zien in een bijdrage over het bewuste thema op het weblog I write, therefore I am.
[2] Zelf wil ik het monsterlijke, moordende en verkrachtende gefiedel van een giftige Weense knalbonbons producerende, rondreizende notenbar, en vooral de directeur daarvan, niet horen en al helemaal niet zien. Is het dan de juiste instelling om te gaan zitten/staan/liggen luisteren?
___________
Afbeeldingen
1. Zo is Karin Spaink te zien, in eigen werkkamer, in de documentaire-reeks Profiel.
2. Voorplat van het door Karin Spaink geredigeerde boek over pornografie.
3. De schrijfster in het rood.