dinsdag 16 oktober 2007

Shlomo Mintz met werken van Paganini — live in het Concertgebouw te Amsterdam, en op dvd

Shlomo Mintz speelt Paganini
Aanstaande zondag, 21 oktober, speelt de violist Shlomo Mintz in het Amsterdamse Concertgebouw de 24 Capricci per Violino Solo, opus 1 (ca. 1805) van Niccolò Paganini (1782-1840). Dit concert maakt deel uit van diens wereldtournee ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Tevens start daar de verkoop van de Challenge-dvd waarop Mintz Paganini's Eerste Concert speelt.


De violist Shlomo Mintz heeft tien jaar geleden het voorrecht gehad om op Paganini's eigen viool — die in Genua in een verzegelde vitrine wordt bewaard als de kroonjuwelen in de Londense Tower — diens Eerste Concert voor viool en orkest, opus 6, uit 1818/18 te spelen met het Limburgs Symfonie Orkest onder leiding van Yoel Levi. Die gebeurtenis van 6 september 1997 is nu als dvd uitgebracht, voorafgegaan door een kort inleiding waarin de kennismaking met het instrument, Il Cannone, en de bijzondere wijze van vervoer door de lucht, onder zware bewaking — verzekerd voor tal van miljoenen —, aankomst in Maastricht en een korte impressie van de repetitie met orkest — waarvan Shlomo Mintz in de jaren 1995-1998 artistiek adviseur en eerste gastdirigent was — nader worden belicht.

De componist — jonge jaren
De beroemdste van alle virtuozen op strijkstok en snaren was, en is nog altijd, Niccolò Paganini (1782-1840). Als van geen andere instrumentalist van die tijd gold zijn techniek van dubbelgrepen, staccato, flageoletten en het pizzicato van de linkerhand, als duivelskunst. Dat hij al heel jong — negen jaar oud — voor het eerst een optreden had verzorgd, heeft die faam alleen maar versterkt.
Paganini werd op 27 oktober 1782 in Genua geboren en kreeg al hee jong mandolinelessen. Eerste vioollessen daarentegen kreeg hij, in zijn geboortestad, van de dirigent en operacomponist Francesco Gnecco (1768-1810, of 1811), een studie welke hij bij Alessandro Rolla (1757-1841) in Parma afrondde. Reeds als elfjarige verliet hij het ouderlijk huis om in Noord-Italiaanse plaatsen als solist op te treden.
In 1804 keerde hij naar Genua terug en het jaar daarop kreeg hij een aanstelling te Lucca, als soloviolist en kapelmeester bij vorstin Elisa Bacchiocchi (1777-1820), de zuster van Napoleon. Met haar onderhield hij tevens vriendschappelijke betrekkingen.

Europese tournee — laatste periode
Toen deze dame in 1809 echter ook nog groothertogin van Toscane werd en om die reden naar Florence verhuisde, kwam er een eind aan het dienstverband en ging Paganini op tournee door geheel Europa. Met name in Wenen, Duitsland, Parijs, Engeland, Ierland en Schotland trad hij
op met overweldigend succes en voor extreme honoraria.
Om gezondheidsredenen moest hij zich later terugtrekken in het milde klimaat van Zuid-Frankrijk. De laatste winter van zijn leven bracht hij in Nice door, waar hij op 27 mei 1840 stierf. Hij liet niet alleen een enorm vermogen in geld na, maar voorts een aantal kostbare Stradivari-strijkinstrumenten, waaronder zijn geliefde Guarneri-del-Gesù uit 1743, bijgenaamd Il Cannone, die hij aan zijn geboortestad heeft nagelaten. Eens per jaar krijgt één van de beroemdste vioolvirtuozen toestemming om ter ere van wijlen de grootmeester dit instrument te bespelen.

Werken voor viool
Paganini heeft zijn composities voor viool uitsluitend voor eigen gebruik geschreven, en hij waakte er dan ook voor dat niemand anders deze te zien kreeg. Solopartijen en orkestpartijen werden dan ook steeds separaat bewaard. Hij heeft het zelfs wel gepresteerd om tijdens de generale repetitie voor een concert tegen de overige musici te zeggen: "En zo voort, en zo voort", waardoor dezen nog weinig over de solopartij wisten en 's avonds tijdens het concert alsnog een verrassing kregen.
Tijdens zijn leven verschenen alleen de 24 Capricci per Violino Solo, opus 1, in druk. Van de zes vioolconcerten zijn het vierde en het zesde pas geruime tijd na zijn overlijden ontdekt. Al deze, maar op de eerste plaats het Eerste Concert,
bieden in ruime mate mogelijheden voor de solist om dat virtuozendom op het instrument viool tot volle ontplooiing te brengen.

Andere bezetting
De composities voor gitaar, die Niccolò Paganini heeft geschreven, bewijzen eveneens dat hij een musicus in hart en nieren was, want daarin klikt nog heel wat meer dan alleen maar dat virtuozendom in die éne zin. Hij heeft zes Sonates voor gitaar gecomponeerd en eveneens zes Sonates voor gitaar en viool, 60 Variaties voor viool en gitaar, en nog veel kamermuziek voor andere bezetting. Stilisisch gezien behoort dat alles tot de meest bloeiende periode der Romantiek. Zijn bovengenoemde opus 1 — dat Shlomo Mintz tijdens zijn wereldtournee speelt — wordt beschouwd als een Hogeschool voor de Violistiek. Robert Schumann (1810-1856), Franz Liszt (1811-1886) en Boris Blacher (1903-1975) hebben deze capriccio's bewerkt of op thema's daaruit gevarieerd. Een van de bekendste bewerkingen is die
op het capriccio in a-klein, door Sergej Rachmaninov (1873-1943) in de 24 Paganini-variaties voor piano en orkest, opus 43, uit 1934.
____________
Niccolò Paganini: Vioolconcerto nr. 1, opus 6 (1817/18) — Shlomo Mintz, viool: Paganini's Il Cannone uit Cremona 1743; Limburgs Symfonie Orkest, dirigent Yoel Levi (1997); Challenge Classics-dvd CC72197 (november 2007; verkoop start 21 oktober in het Concertgebouw te Amsterdam).
____________
De foto van Shlomo Mintz is overgenomen van de achterzijde van de Challenge-dvd; de tekening van Niccolò Paganini is van Jarko Aikens, Groningen 1985; uit het archief van Heinz Wallisch.

Geen opmerkingen: