maandag 18 augustus 2008

Over de voor- en nadelen van tal van vooroordelen — de nieuwste Theodore Dalrymple in vertaling

Mancher hält sich für vorurteilslos, dieweil er nur unfähig ist, zu urteilen. (Fritz Brupbacher; 1874-1945).

Het fenomeen preoccupatie
Leve het vooroordeel
! luidt de titel van de Nederlandse vertaling van Theodore Dalrymple's nieuwste boek dat vanaf heden in de boekhandels van ons land — en naar we hopen eveneens in die van onze directe zuiderburen — ligt. De titel is nogal provocerend, aangezien binnen onze cultuur iemand, behept met vooroordelen, als een buitenbeentje, als niet salonfähig, geldt. Zo iemand wordt veelal naar de marge verwezen, of, als het heel erg met haar of hem gesteld is, zelfs het liefst helemaal buiten de gemeenschap gesteld, omdat zij of hij zorgt voor een prikkelend onbehagen binnen onze cultuur. Maar daarbij wordt gemakshalve vergeten dat wij allen — van jong tot oud, van hoog tot laag, van rooms tot rood en van links tot en met rechts — van vroeg tot laat generaliserend discrimineren, discriminerend generaliseren, en ons daarbij voortdurend laten leiden door bijna altijd gevoelsmatig ingekleurde vooroordelen, die we echter zelf niet als zodanig herkennen, omdat ze zich in een andere bewustzijnslaag bevinden. En ook dat is alweer zo'n vooroordeel dat we maar liever niet ingewreven krijgen.

Sigmund Freuds diagnose
In 1915 schreef de inmiddels wereldwijd bekende Weense psychiater Sigmund Freud (1856-1939) in een essay (Zeitgemäßes) über Krieg und Tod over affectieve preoccupatie [1], en in grote lijnen komt het erop neer dat je met duizend rationele bewijsstukken van het tegendeel kunt komen aanzetten, de gevoelsmatig bevooroordeelde zal het altijd beter weten. Dat is een uiterst bedenkelijke vorm van vooroordeel, en waartoe een dergelijke instelling in uiterste consequentie kan leiden, is in de loop der geschiedenis duidelijk geworden, niet in de laatste plaats gedurende de twintigste eeuw, die een zeer zwaar stempel op de tot dusver zwartste pagina's in de Annalen der Geschiedenis heeft gedrukt. Weliswaar heeft die verwrongen geesteloosheid van Adolf Hitler het antisemitisme niet uitgevonden, maar mede en vooral door zijn toedoen is dit tot de toppen van extremistische krankzinnigheid opgejaagd. Dat geldt, mutatis mutandis, voor alle niet-Georgiërs in de optiek van die ene Hitler-tegenpool en -handlanger, diens oudere 'tweelingbroer' binnen de (on)menselijke destructiviteit van anno dazumal, welke zich voornamelijk heeft gemanifesteerd in een uitzinnig niet-seksueel sadisme: Josif Dzjoegasjvili, die in een vlaag van onbedaarlijke idiotie — welke eigenlijk zijn voortdurende geestesgesteldheid heeft weergegeven, maar waarbinnen zich toch nog weer pieken hebben voorgedaan — tegen zijn rechterhand Andrej Zjdanov riep dat deze ervoor moest zorgen dat "de volgende dag" de niet-Georgiërs uit het Centraal Comité zouden worden verwijderd.
Die lijst met gepatenteerde, levensgevaarlijke dwazen — die de wereld van pool tot pool in vuur en vlam kunnen zetten en dat voor een al te groot deel reeds hebben gedaan — kan ad libitum worden aangevuld met figuren die anno nu de eigen, persoonlijke en ook de ambtsbegrenzingen niet (willen) kennen, en zich te buiten gaan aan handelingen, die eveneens zonder uitzondering hun oorsprong vinden in diezelfde preoccupatie: Bush, Poetin, Mugabe, alsmede leiders van andere eventuele grootmachten en mini-staatjes.

Familie en vrienden
Ook wanneer we ons beperken tot de veel kleinere schaal waarop de dagelijkse drama's — die alle worden ingegeven door een positief of negatief vooroordeel — zich afspelen, moeten we constateren dat deze een minimale afspiegeling (kunnen) vormen van al datgene wat zich op het wereldtoneel voordoet, heel dikwijls toch met maximale gevolgen binnen dat eigen kader. Wat derhalve voor iedereen een bittere noodzaak is, ligt opgesloten in een leerproces dat inzicht verschaft in de eigen handelingen die ook worden aangestuurd door dieper liggende meningen, fictie en feiten. Al zulke discriminatoire gedragingen — die ervoor (kunnen en veelal tevens zullen) zorgen dat gezinnen, families en vriendenkringen voorgoed uiteengeslagen worden — moeten binnen het dagelijkse blikveld worden geplaatst, alvorens ze een uitwerking ten faveure kunnen realiseren. Daarin ligt dan ook het onmetelijk belangrijke onderscheid met de gevolgen van maatregelen die de bovenomschreven vertegenwoordigers van het Eeuwige Kwaad indertijd te Berlijn en Moskou hebben aangericht en welke niet meer kunnen worden teruggedraaid. Sedertdien zijn en worden er nieuwe en steeds weer vreselijkere misdaden tegen de menselijkheid, die zijn gebaseerd op een conglomeraat van pijnlijke vooroordelen, bekokstoofd in tal van centra in de wereld, waar de onmetelijke boosaardigheid steeds opnieuw zegeviert; in het kort gezegd: in Het Witte Kremlin nummer 10. Voor individuen ligt zoiets gelukkig anders, althans de mogelijkheden daartoe zijn gegeven. Zelfs mensen met heel pijnlijke vooroordelen zijn, in principe, wel in staat om hun verstand in te schakelen en, ook nog zonder gezichtsverlies als gevolg, over hun schaduwen te springen, als ze dat werkelijk willen.
Het allernieuwste boek van Theodore Dalrymple — niet te omvangrijk en ook niet al te intellectueel geschreven — kan daarbij een goede leidraad vormen. Tot leringe ende vermaek. Een geschenk voor vaders en zonen, voor docenten en studenten, voor schrijvers en lezers.

De auteur en zijn boek
Theodore Dalrymple is het pseudoniem van Anthony A.M. Daniels, die in 1949
werd geboren. Hij is gepensioneerd als arts en eveneens als forensisch psychiater, die lange tijd patiënten in gevangenissen heeft behandeld. In beide functies zal hij zonder enige twijfel in aanraking zijn gekomen met een enorm scala aan destructieve vooroordelen, hetgeen zijn nadere beschouwing van het fenomeen beslist in de hand zal hebben gewerkt. Dat hij echter onder de streep toch pleit voor de instandhouding van bepaalde vooroordelen, moet derhalve stoelen op nauwkeurige afwegingen. In negenentwintig hoofdstukken behandelt Dalrymple stap voor stap de talrijke aspecten van het fenomeen preoccupatie, en niet in de laatste plaats de uitingsvormen van het vooroordeel jegens het vooroordeel.
Zo toont de schrijver aan dat de geschiedenis ons dat kan leren wat we erin willen vinden, en we hoeven maar in het maatschappelijke gebeuren van alledag te kijken om vast te stellen dat voorstanders van een bepaalde positie precies datgene erin kunnen vinden wat ze willen. Dat zien we aan destructieve politici als Wilders en Verdonk steeds opnieuw. Zoiets noopt derhalve in alle gevallen tot relativeren, eventueel te realiseren door nadrukkelijk observeren, deduceren en combineren, waarbij zelfstandig, en niet te zwaar met vooroordelen belast, nadenken zeer veel steun kan geven.
Dan kan ook zonder al te veel moeite worden geconcludeerd dat de opvoeding van kinderen onmogelijk langs de gewenste lijnen kan verlopen zonder dat men zich daarbij toch laat ondersteunen door vooroordelen, want hoe men het ook wendt of keert: ook de positie men mag niet worden geleid door een vooroordeel is vanzelfsprekend een gepreoccupeerde instelling. Hoe men die ten detrimente dan wel ten faveure van de doelstellingen aanwendt, is een ander chapiter.
Het gaat er maar om welke vooroordelen iemand kiest om zelf en zijn gezin, vrienden en kennissen, haar leerlingen of patiënten verder te helpen. Dat in alle gevallen zorgvuldig zal moeten worden gewikt en gewogen, zou geen betoog nodig moeten hebben.
Wie zich na het lezen van de veelzijdige behandeling door Dalrymple van het Verschijnsel Vooroordeel en zijn talrijke gezichten niet nog eens beraadt op de eigen meningen aan de hand van aangereikte feiten en mogelijkheden, zou wel eens sterk, jawel, veel te sterk, vastgeroest kunnen zitten in een conglomeraat van onwrikbare vooroordelen. Zo stelt hij de vraag of (een eenmaal aangenomen) gewoonte verkeerd is omdat het (een) gewoonte is, en daarmee reikt hij meteen een zeer geschikt discussiethema aan voor bijvoorbeeld gezinsleden van verschillende generaties, met evenzo verschillende achtergronden en ervaringen, eventueel uit te breiden naar anders samengestelde groeperingen. En zo, veronderstelt Dalrymple, kan het enorm verkeerd zijn een bepaalde stelling, al dan niet uitgewerkt in een omvangrijk essay of zelfs dikke turf, niet tot het einde te lezen als men erover wil discussiëren dan wel een mening verkondigen. "Ongebreideld egoïsme"
is volgens onze, medisch en maatschappelijk veelzijdig geschoolde, essayist het resultaat. De titel van hoofdstuk 19 luidt: Is onderscheid maken altijd slecht? Daarmee relativeert de auteur in de praktijk heel duidelijk, en het is aan de lezer zoiets te onderkennen en ermee in de slag te gaan. Immers de vraag kan met één woord extra — het woord geen op de tweede plaats — niet alleen eenzelfde effect sorteren, maar tevens een wereld van onderscheid aanbrengen.
Zo behelst dit boek dat nog tal van aspecten biedt — die eveneens aanleiding geven tot doordenken, discussiëren en overwegen —, enkele van de belangrijkste aspecten, die goede, betere of zelfs de best denkbare boeken bieden: het prikkelen van de zinnen — dat wil zeggen: het animeren in een veelzijdiger betekenis dan bepaalde meisjes in zekere situaties trachten te doen, hetgeen nu juist weinig op het principiële animo en veel meer op het animale is gericht —, want juist het activeren van de eigen mogelijkheden bij de lezer is in het onderhavige boek ruimschoots aanwezig, en daarmee kan de gepensioneerde arts en psychiater met een middel, dat nimmer erger kan zijn dan de kwalen, die het misschien of waarschijnlijk niet kan genezen, maar in ieder geval kan uittillen boven de alledaagse platvloersheid die wordt gecreëerd door onwrikbaar vastgeroeste preoccupatie. Hiermee kunnen zonen van vaders leren en andersom, hier kunnen methoden — ook als die ietwat simplistischer zijn dan in de optiek van Cartesius — worden getoetst op hun werkzaamheid.

Dalrymple's essay leest heel vlot en ook dat draagt bij tot een positieve, kort en krachtige conclusie: Bijzonder waardevol — ook en vooral in onze tijd vol met al te veel verschillende vooroordelen, die elkaar danig in de wielen (kunnen) rijden. Dat vertaler Jabik Veenbaas daartoe het zijne heeft bijgedragen, mag hier niet onvermeld blijven. Hij is één van de helaas niet meer zo velen, die weten wanneer ze een komma moeten plaatsen die bijdraagt tot de leesbaarheid van een tekst. Dat alleen al is een aspect dat bij zo menig scribent zodanig in onbruik is geraakt dat je welhaast geneigd bent om aan te nemen dat zij allen slachtoffer zijn geworden van eventuele vooroordelen.
__________
[1] Opgenomen in de bundel met Freud-opstellen Das Unbehagen in der Kultur.
____________
Theodore Dalrymple: Leve het vooroordeel! De noodzaak van vooropgezette ideeën. Nederlandse vertaling, door Jabik Veenbaas, van In Praise of Prejudice. The Necessity of Preconceived Ideas. 144 pag., paperback; Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam 2008. ISBN 978-90-468-0413-1.
____________
Afbeeldingen
1. Vooroordelen-essayist Theodore Dalrymple.
2. De Weense, oudere collega van Dalrymple: Sigmund Freud, zenuwarts te Wenen anno toen.
3. De onbedaarlijk krankzinnige
Josif Dzoegasjvili, beter bekend als J. Stalin: afsplitsing van het Gespuisbeest uit de Afgrond en tevens broertje-dood van de Führer.
4. Ivan Sergejevitsj Toergenjev, auteur van o.a. Vaders en zonen, geschilderd door Ilja Rjèpin (1844-1930).
5. René Descartes, oftewel Cartesius (1596-1650). Portret uit 1648, geschilderd door Frans Hals (1583-1666).
6. Voorplat van de Nederlandse vertaling van Leve het vooroordeel!, vanaf vandaag in de boekhandel verkrijgbaar.

vrijdag 8 augustus 2008

De Klimaatschok en zijn omvangrijke gevolgen — Documentaire serie op Arte-tv start hedenavond

Eerst maar weer China
Aangezien het hier om een documentaire uit 2005 gaat en de eerste aflevering van de reeks China betreft, zou je geneigd kunnen zijn om aan afgesproken werk te kunnen denken nu de bewuste reeks start op de dag dat de Olympische Spelen beginnen, in het land van enorme terreur door marteling en veelzijdige repressie enerzijds, maar ook van ongekende vooruitgang. Maar als je bedenkt dat dat laatste er nu juist mede voor zorgt dat de klimaatschok nog grotere gevolgen zal hebben, is de keuze weer wel gerechtvaardigd.
Vrijdag 8 augustus, 's avonds tussen 19:00 en 19:45 uur, presenteert Arte-televisie de eerste documentaire in een reeks waarin aspecten van de diverse gevolgen zullen worden behandeld, welke in diverse werelddelen als gevolg van de klimaatschok optreden. In de eerste aflevering wordt aandacht besteed aan de grote zandverstuivingen die China teisteren.
De van oorsprong Franse reeks, die werd geregisseerd door Richard Prost, draagt de overkoepelende titel Paradis perdus (Verloren paradijzen), de Duitse editie heeft als serietitel Der Klimaschock und seine Folgen. De titel van deze eerste aflevering heet Tempête sur la Chine, en die titel is in de Duitse editie overeind gebleven: Sandsturm über China. Het jaar van ontstaan is 2005; de documentaire wordt op het beeldformaat 16:9 uitgezonden.

Zand uit Gobi woestijn
De wintermoessons brengen tegenwoordig enorme zandmassa's uit de Gobi woestijn, in het binnenste van Mongolië, zelfs tot aan de stad Beijing en de hoeveelheden verplaatst zand beginnen verontrustend te worden. Tal van Chinese geleerden bekijken samen met Europese collega's, in het kader van het zogeheten 'Dragon'-programma, de gegevens die zijn verkregen door de Europese milieusatelliet Envisat, om de omvangrijke problemen binnen milieu en klimaat in kaart te brengen en zo mogelijk het hoofd te bieden.
Meer over deze eerste aflevering van de reeks — die op vrijdag 15 augustus om 16:50 uur zal worden herhaald — is te vinden op de website-pagina van Arte met Programm-Info. De Duitse vindt u hier.
__________
Foto: Enorme zandverstuivingen. (© Auteurs associés.)

donderdag 7 augustus 2008

Kunstzinnige kunstnijverheid van Timothy Adam in Grand Rapids, Michigan (1) — Metalen voorwerpen

Plaatstalen stoel
Timothy Adam is ontwerper van allerlei gebruiksvoorwerpen, die in kleine hoeveelheden, soms zelfs als enig exemplaar, worden gerealiseerd. Een paar van de meest opvallende, recent op zijn website aangeboden voorwerpen zijn een metalen stoel en twee verschillende metalen klokken. De beide laatstgenoemde nuttige stalen gebruiksvoorwerpen zijn nog maar goed twee maanden beschikbaar, de stoel heeft reeds een jaar in een galerie in de woonplaats van Timothy Adams — Grand Rapids, Michigan, USA — gestaan en kan nu worden verkocht.
Inmiddels heeft Timothy Adam diverse winkels waar de verschillende categorieën voorwerpen worden aangeboden. De beide klokken en de stoel worden op de betreffende website uitgebreid beschreven. De stoel is gemaakt van lichtkleurig plaatstaal, het is tevens de eerste stoel die de man ooit zelf heeft gemaakt, en hij vindt dat het nu tijd wordt dat mensen in andere delen van de wereld dan Grand Rapids en omgeving ervan kunnen kennisnemen op een heel directe manier. Daarbij moet wel worden aangetekend dat één tastbaar exemplaar er niet toe zal leiden dat grote aantallen mensen er heel direct mee in contact kunnen komen. Maar de afbeelding zal wel via (een van) de site(s) van Timothy Adam beschikbaar blijven.

Bijzondere klokken
De maan-en-ster-klok, die sedert 1 mei van dit jaar op de bewuste site te zien is, heeft een hoogte van net geen 30 centimeter (11,5 inches), is gemaakt van plaatstaal en voorzien van een speciale coating, waardoor er geen roestproces zal optreden. En voor een eenmalig gebruiksvoorwerp met een eenmalig voorkomen is de prijs van achtenveertig Amerikaanse dollars voor een liefhebber ook niet bepaald een onoverkomelijk bedrag.
De andere klok met de naam Retro Rectangular kost nog weer bijna tien dollar minder. Deze bestaat uit zogeheten mild steel, is tien inches hoog en heeft een breedte van vijf inches.
Zoals u hieronder kunt zien, bestaat het lichaam van de klok uit twee onderdelen, die middels twee bouten met elkaar zijn verbonden. Ook deze is van een coating voorzien tegen eventuele roest.

Metalen sieraden gratis
In de maand augustus geeft Timothy Adam alle bezoekers van zijn website de kans om deel te nemen aan een verloting van twee metalen halssnoeren van eigen makelij. Daartoe moet men zich op de site in kwestie inschrijven en een voorkeur uitspreken voor één van de twee ontwerpen. Op 29 augustus wordt de trekking verricht. Het is zeker de moeite waar die sites eens rustig te bekijken; er valt zoveel meer te ontdekken dan de paar uitzonderlijke voorwerpen die we u hier tonen.

woensdag 6 augustus 2008

Baudelaire — La Musique en La Mort des Amants

Muziek en poëzie — twee zijden van dezelfde medaille
Als we het toevallig, of nadrukkelijk bewust, over de onnavolgbare — en tegelijkertijd gedoemde — dichter Charles Baudelaire (1821-1867) hebben en over de invloed die hij een eeuw na zijn verscheiden nog op de levende, klassieke orkestmuziek van zijn vaderland heeft uitgeoefend, vinden we het een goede gedachte u uit de verzameling Les Fleurs du Mal twee gedichten voor te stellen. Als eerste La Musique, een keuze die in deze context waarachtig geen nadere uitleg behoeft, en La Mort des Amants, aangezien dit in het vierde onderdeel van het Celloconcert van Henri Dutilleux een rol heeft gespeeld.

LA MUSIQUE

La musique souvent me prend comme une mer!
Vers ma pâle étoile,
Sous un plafond de brume ou dans un vaste ether,
Je mets à la voile;

La poitrine en avant et les poumons gonflés
Comme de la toile,
J'escalade le dos des flots amoncelés
Qui la nuit me voile;

Je sens vibrer en moi toutes les passions
D'un vaisseau qui souffre!
Le bon vent, la tempête et ses convulsions

Sur l'immense gouffre
Me bercent. — D'autres fois, calme plat, grand miroir
De mon désespoir!

Spleen et idéal LXVIII
Uit: Les Fleurs du Mal (1861)

______________________

LA MORT DES AMANTS

Nous aurons des lits plein d'odeurs legères,
Des divans profonds comme des tombeaux.
Et d'étranges fleurs sur des étagères,
Ecloses pour nous sous des cieux pls beaux.

Usant à l'envie leurs chaleurs dernières,
Nos deux cœurs seront deux vastes flambeaux
Qui réfléchiront leurs doubles lumières
Dans nos deux esprits, ces miroirs jumeaux.

Un soir fait de rose et de bleu mystique.
Nous échangerons un éclair unique
Comme un long sanglot tout chargé d'adieux;

Et plus tard un Ange, entr'ouvrant les portes,
Viendra ranimer, fidèle et joyeux,
Les miroirs ternis et les flammes mortes.

La Mort CXXXII
Uit: Les Fleurs du Mal
________________
Afbeeldingen
1. Charles Baudelaire lezend in een boek. Op de tafel onder meer een ganzenveer. Schilderij uit 1847 door Gustave Courbet (1819-1877). Thans in het Musée Fabre te Montpellier.
2. Pocketeditie uit 1947 van Baudelaire's Les Fleurs du Mal onder redactie van René-Louis Doyon, uitgegeven door René Rasmussen aan de Boulevard Saint Germain te Parijs.

zaterdag 2 augustus 2008

James Avati — A life in paperbacks — Nederlandse documentaire (2000) zaterdag op GeschiedenisTV

Herhalingen
Op zaterdag 2 augustus, 's avonds vanaf 23:05 uur, zendt de VPRO via het digitale kanaal Geschiedenis TV de eerste herhaling uit van de documentaire uit 2000, gerealiseerd door de Nederlandse grafisch ontwerper Piet Schreuders en regisseur Koert Davidse over de Amerikaanse schilder James Avati (1912-2005), die zijn internationale vermaardheid te danken heeft aan de illustraties die hij heeft vervaardigd voor honderden paperbacks, die in de jaren vijftig zijn verschenen. Veel van die omslagen vertoonden een schaars, dan wel uitdagend, geklede jonge vrouw, die ongetwijfeld heeft bijgedragen tot een betere verkoop van de pockets in kwestie. Avati wordt wel gekwalificeerd als de Koning van de paperback-omslagen.
Over deze kunstenaar is in het Haags Gemeentemuseum ruim twee jaar geleden een tentoonstelling geweest en één van de twee documentairemakers, Piet Schreuders, heeft samen met Kenneth Fulton een boek geschreven met de titel The Paperback Art of James Avati, dat in 2005 bij 010 uitgevers in Rotterdam is verschenen.
De documentaire die ongeveer 55 minuten duurt, zal — eveneens op GeschiedenisTV — worden herhaald op woensdag 6 augustus, zelfde tijd.
____________
Afbeeldingen
1. Voorzijde van de Signet-editie voor Erskie Caldwells Gods Little Acre, met het ontwerp van James Avati.
2. Voorzijde van de Perry Mason-roman The Case of the Daring Decoy, met het Avati-ontwerp.