Zeven dagen achtereen
Op het in de benaming sterk misleidende — want slechts regionaal-randstedlijks implicerend — documentaire-kanaal Holland Doc met voornamelijk VPRO-producties — wordt, in het programma Laat op de avond, zaterdag 23 december tussen 20:54 uur en 21:51 uur — met herhalingen op de zes volgende weekdagen, steeds op een ander tijdstip — de film van IJsbrand van Veelen, getiteld De filantroop, over George Soros voorgesteld: miljardair, internationaal belegger en 'superfilantroop'.
De man die in 1930 als György Schwarz in Boedapest werd geboren, en over wie we in de herinneringen van zijn vader, de Esperanto-auteur en Joodse advocaat Tivadar Soros [1] meer kunnen lezen, slaagde erin aan de holocaust te ontkomen door het bezit van valse identiteitspapieren. In 1947 vluchtte hij uit Boedapest en vestigde zich aanvankelijk in Londen, vervolgens, in 1954, in New York. Over de gehele wereld raakte hij bekend doordat hij in 1992 met speculaties het Britse Pond buiten het Europese valutasysteem wist te houden en daarbij zo'n slordige miljard dollar heeft verdiend.
Soros geldt als financieel genie, als man van de daad, die wel tijd neemt om over leven en lijden — ook van anderen— na te denken. Zijn Quantum Group beheert zo'n vijf miljard dollar, en is daarmee een van de meest succesvolle investeringsfondsen ter wereld. Tegelijkertijd is zijn inzet in de strijd tegen armoede niet gering en heeft hij al meer dan een miljard dollar aan liefdadigheid besteed. Daartoe onderhoudt hij — verspreid over de hele wereld, inmiddels in vijftig landen — zo'nvijfentwintig stichtingen, die zich als eerste ten doel hebben gesteld: het ontwikkelen van een open, democratische maatschappij waar dat maar kan.
Veel van zijn vermogen besteedt George Soros tegenwoordig voor het bestrijden van George W. Bush. Hij had heel wat slechtere doelstellingen kunnen nastreven; de bestrijding van de incarnatie van het verfoeilijkst denkbare kwaad in de wereld is zo gek nog niet.
[1] Veel meer daarover in het boek van vader Tivadar Soros, Maskerade, met als ondertitel Die Memoiren eines Überlebenskünstlers, voor het eerst in het Esperanto (van J. Régulo) verschenen; in 2000 is de Engelse editie uitekomen bij Cananongate Books Ltd., Edinburgh. Op basis daarvan is de Duitse versie, in de vertaling van Holger Fliessbach— en met Voorwoorden van Paul en George Soros; Humphrey Tonkin heeft als editeur gefungeerd — in 2003 bij DVA uitgekomen en twee jaar later als pocket bij dtv: 318 pag., met 8 bladzijden fotokatern. Deutscher Taschenbuch Verlag, München. ISBN 3-423-34168-8 (dtv 34168); Prijs 12,50 (alleen in de BRD en bij Boekhandel Die Weisse Rose in Amsterdam).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten