dinsdag 19 april 2011

Jan Cremer en zijn talrijke soorten kunst-stof

Sensatie
Wat was het een uiterst sensationeel gebeuren, nu bijna een halve eeuw geleden, toen de 'roman' Ik Jan Cremer uitkwam [1]. Vanwege de sensuele, niet zelden expliciet-seksuele, passages werd het boek in tal van maatschappelijke geledingen ten strengste veroordeeld. Toch heb ik meegemaakt ─ ik was in die dagen zelf boekhandelaar ─ dat streng-christelijk georiënteerde lieden met in ieder geval één gespitst oor luisterden als andere klanten elkaar juist die passages voorlazen.

Het ligt voor de hand dat de meest abjecte roddels de ronde gingen doen, welke nog meer in aanmerking kwamen voor de kwalificatie pathologische laster. Zo zou Jan Cremer niet eens in staat zijn ook maar één regel op papier te krijgen, omdat hij altijd in andere sferen zou verkeren, en met die woorden kon men maar aan het invullen slaan. Wachtend op een interviewer zou hij niet eens iets willen lezen en maar voor zich uit blijven staren.
Een interview met Leo Kool, uitgezonden door de VPRO-televisie leek al die vermoedens en lukraak gedane mededelingen eerder te bevestigen dan dat Jan Cremers optreden ook maar in de geringste mate heeft bijgedragen tot een ietwat genuanceerder beeld.

Ghost-writers

Een van der mees hardnekkige geruchten die rondzoemden, was het verhaal over de twee ghostwriters, die het boek voor Jan Cremer zouden hebben geschreven: heren der scheppende letteren, die het tijdschrift Gard Sivik zouden domineren: Simon Vinkenoog (1928-2009) en Cornelis Bastiaan Vaandrager (1935-1992). In delen van de boekhandel  bestond de indruk dat de uitgever er niet in het minst enig belang bij had deze geruchten te ontzenuwen, aangezien die in positieve zin zouden bijdragen tot de niet-ongewenste legendevorming rondom de persoon Jan Cremer.
Een uitgever die bij mij in de zaak met enkele anderen van gedachten wisselde over deze tot nationale affaire uitgegroeide kwestie, meldde dat er geen proces wegens pornografie zou volgen omdat uitgeverij De Bezige Bij het predicaat koninklijk droeg en daarmee onschendbaar zou zijn: directeur Geert Lubberhuizen hoefde "zijn vriend Prins Bernhard" maar op te bellen en Justitie hield zich wel gedeisd.

Feiten

Het blijft echter een feit dat Jan Cremer het boek ─ een paperback, die opvallenderwijs tien gulden moest kosten, hetgeen bijna het dubbele bedroeg van wat als gangbaar gold ─ relatief snel door een tweede liet volgen. Nadat de storm enigszins was geluwd en Nederland in de tweede helft van de jaren zestig ijverig ging meedoen aan de seksuele revolutie ─ welke plotsklaps in meer geledingen van de maatschappij een bevrijdend effect had dan men aanvankelijk had gedacht ─, werd de eventuele opwinding over de inhoud van de werken van Jan Cremer, letterlijk en figuurlijk, naar de achtergrond verdrongen,
Daarna heeft de man zich nog op andere manieren binnen het circuit der kunsten gemanifesteerd, onder meer als schilder, en in die context is hij zelfs een deel van het establishment geworden: zo gaat dat dikwijls met aanvankelijk revolutionair optredende figuren. Op de pen van een bankinstelling prijkte een kunstwerk van Jan Cremer.

Close up
Op woensdag 20 april is het alweer zeventig jaar geleden dat Jan Cremer te Enschede werd geboren. Naar aanleiding daarvan presenteert AVRO-televisie op dinsdag 19 april, via Nederland 2, een aflevering van het programma Close up, die geheel is gewijd aan dit culturele fenomeen. De film draagt de titel Jan Cremer ─ Ik schilder, ik schrijf, ik schilder. Daarin wordt getoond hoe een jongen uit Enschede, behept met veel talent, erin is geslaagd zich uit bittere armoe op te werken tot het vermaarde ("wereldberoemde") fenomeen dat nog altijd voldoende heeft aan alleen zijn naam: Jan Cremer; dat ik van anno toen hoeft er niet (meer) bij.

De film zal worden uitgezonden tussen 23:00 uur en 23:55 uur. Een herhaling zal te zien zijn op het digitale tv-kanaal Holland Doc 24, op woensdag 27 april, tussen 16:40 uur en 17:33 uur.
__________
[1] De roman Ik Jan Cremer is voor het eerst verschenen in 1964. In 1980 is de tweeënveertigste druk uitgekomen in een kleinere paperbackeditie dan de eerste druk. 

Geen opmerkingen: